De X-type van jaguar. De S-type van jaguar. De nieuwe XJ van jaguar. De XK van jaguar. Ga terug naar het begin.

 

Jaguarlovers

 

Home
Modellen
Geschiedenis

X-type
S-type
XJ-350
XK
Concept
Wallpapers
Contact
Links

 



 

De geschiedenis van Jaguar.

 

1.5 - 2.5 & 3.5 liter



De naoorlogse modellen waren identiek aan die van 1939. De naamplaatjes verreden het verschil in bouwperiode. De kant van de 1,5 liter sedan vond een viercilinder motor onder de kap, de liefhebbers van de 2.5 en 3.5 liter wagens hadden een zespitter. Alle Jaguar motore haddden al kopkleppen, wat voor die tijd modern was, maar de starre voor- en achterassen konden met recht ouderwets genoemd worden. Wie een origineel exemplaar vindt, dient de houten elementen goed te inspecteren. De open versies zijn de helft meer waard.
topsnelheid: 120-150 km/u
aantal cilinders: 4 en 6

productiejaren: 1938 - 1948

MK V 2.5 & 3.5 liter



De mark V die in 1949 uitgebracht werd, was als tussenmodel bedoeld. Hij leek dan ook nog erg op zijn voorgangers maar had nu in de spatborden ingebouwde koplampen en grote afdekplaten in de achterwielkasten. De MK V was uitsluitend met een zescilinder motor leverbaar en bood alle comfort dat de klant zich in die tijd kon wensen. Het was de eerste Jaguar met onafhankelijke voorwielvering. Ook waren er hydraulische remmen. De cabriolet-uitvoering is uiterst zeldzaam, aangezien er slechts 1001 van gebouwd zijn.
topsnelheid: 140 -150 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1949 - 1951

MK VII, VII -M & VIII


Een nieuwe generatie Jaguars begon in 1950 met de Mark VII (de Mark VI is bewust overgeslagen i.v.m. de reeds bestaande Bently Mark VI). Opvallend was de zescilinder motor die nu twee bovenliggende nokkenassen had. Met een snelheid van meer dan 160 km/u was de MK VII M,, de snelle uitvoering van de MK VII, één van de snelste limosines van zijn tijd. De MK VIII kwam in 1956 uit. Hij was identiek aan de MK VII maar had al een voorruit uit één stuk, een eits bredere grille, twotone spuitwerk en uitgesneden spats. Deze grote Jaguars kunnen fors roesten en het verbrui is enorm
topsnelheid: 160 -180 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1950 -1954, 1955 -1957, 1957 -1958

MK IX


In het najaar van 1958 kwam de MK IX uit, die uiterlijk alleen in dtails van de MK VIII te onderscheiden was. De niauwe wagen had echter motor en schijfremmen aan alle wielen. Stuurbekrachtiger werd vrijwel standaard ingebouwd, evenals een automatische versnellingsbak, die ook door bijna alle klanten besteld werd. Door de forse motor en de moderne techniek is dit beslist een snelle en comfortable Engelse klassesedan. Hij is echter evenals andere oude jaguars wel roestgevoelig. Desondanks zijn er nog vrij veel MK IX's in omloop.
topsnelheid: 185 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1958 -1961

MK X & 420 G

Dat de MK X voor de Amerikaanse klant bedoeld was, is duidelijk wanneer men de foto bekijkt.. Met een lengte van 513 c en een gewicht van 1860 kg sloeg hij in een New Yorkse straat geen slecht figuur. Ook het hoge benzine verbruik zal de gegoede Amerikaan niet veel gedeerd hebben. De MK X had nu ook onafhankelijk geveerde achterwielen en na 1964 een grotere motor. In maar grote verschillen tussen deze twee modellen ijn er niet te vinden. Van de limousine zijn er 42 verkocht.
topsnelheid: 200 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1961 -1966 en 1967 -1970

MK I ( 2.4 & 3.4 )


Veel opzien baarde de 2.4 liter (MK I) die in 1955 voorgesteld werd. De wagen had een zelfdragende carrosserie en een kleine motor met alle snufjes, zoals de twee nokkenassen, van de grote Jaguar. In 1957 kon de wagen ook met eeen grotere motor geleverd worden en men sprak dan van de Sport-Limousine. De titel MK I kreeg de wagen pas naderhand toen de Mk II geboren werd. Deze oudere typen zijn niet lang zo duur ( en gewild ) als de populaire MK II. De 3.4 is te herkennen aan de uitgesneden spats achter en de bredere grille. Is een kwart meer waard.
topsnelheid: 160 - 190 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1955 -1959 en 1957 -1959

MK II ( 240 & 340 )


Met de introductie van de, nu officieel zo genoemde, Mark II had Jaguar een troef in handen. Het was een luxe wagen, in de achtterkant van de voortstoelen bevonden zich bijvoorbeeld picknicktafeltjes, waarmee men echter ook racen kon. Vooral de wagens met de grotere motoren waren in hun klasse niet te verslaan. Helaas verdween de 3.8 liter motor in 1968 uit het programma en werden de kleinere modellen -- nu met minder luxe -- omgedoopt in 240 en 340. Die doen in prijs een kwart minder dan de echte MK II een geliefde klassieker voor dagelijks gebruik.
topsnelheid: 160 -200 kmu
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1959 -1969

S ( 3.4 & 3.8 liter )


Hoe goed de MK II ook was, er was aaltijd een groep mensen diee wat te zeuren had: de kofferruimte was te klein en de starre achteras te ouderwets. Voor die groep ontstond een nieuw model, de Jaguar S die met een 3.4 of 3.8 liter motor geleverd kon worden. De voorkant van de wagen lijkt op de MK II en de achterkant op de MK X. Wat wegligging betreft is dit een veel btere wagen dan de MK II, maar het uiterlijk kan in onze ogn niet van die wagen winnen. De prijzen liggen dan ook aanzienlijk lager dan die van de MK II.
topsnelheid: 180 -200 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1963 -1968

420 ( daimler sovereign )


Eigenlijk was de 420 -- hij vulde het gaatje tussen de Jaguar S en de 420 g -- een overbodig model, maar hij verkocht alleszins redelijk.Ook deze wagen kon met een automaat en een stuurbekrachtiger geleverd worden. De Daimler-klant kan een Daimler Sovereign bestellen en hij kreeg dan dezelfde wagen met een ander merklogo erop. Verder was er standaard stuurbekrachtiger en een overdrive. Deze wagen dient niet verward te worden met de Daimler V 8 Saloon. Deze beide typen zijn toen en nu sterk ondergewaardeerd.
topsnelheid: 200 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1966 -1968 en 1966 -1969

XJ 6 series 1



In 1968 kwam Jaguar met een sedan uit, die het merk tot grote verkoopaantallen zou brengen. En dat terwijl deze fraaie wagens absoluut niet probleemloos waren. De XJ -series zou het uiteindelijk ruim 20 jaar volhouden. De voor de liefhebbers aardigste reeks is natuurlijk de Series 1. De kleine 2.8 liter is ronduit een slechte motor en dus is de grotere versie te verkiezen. Er kwamen nog 15.141 wagens met Daimler -plaatje uit. Helaas heeft buitensporige roestvorming vele Series 1 -auto's geveld. De rijzen van de overgebleven exemplaren liggen nog vrij laag.
topsnelheid: 185 -200 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1968 -1972

XJ 6 series 2



Jaguar stelt in 1973 te Frankfurt de tweede generatie van de XJ 6 voor. In grote lijnen was de wagen hetzelfde gebleven maar de neus was veranderd. De platten grille stond lager in de carrosserie, de clignoteurs bevonden zich nu onder de voorbumber en de hoorntjes op die bumper waren kleiner geworden. Ook binnenin vond men verschillen. In het dashboard waren de instrumenten nu voor de chauffeur gegroepeerd en niet meer over het hele dashboard verspreid. De versie met 2.8 -motor is slechts kort geleverd ( 170 stuks ). Zeer roestgevoelig.
topsnelheid: 190 -200 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1973 -1979

XJ 12 series 1



In de glorietijd van automobiel, toen het aantal cilinders het succes van een merk uitmaakte en er wagens met V16 - motoren rondreden, kwam de firma Daimler in 1927 met de 'Double Six'. Het was een model waarin de motor uit twee in een V samengebouwde zespittrs bestond. In juli 1972 kwam Jaguar, en dus ook Daimler, met een dergelijk motor terug op de markt in de carrosserie van de XJ -sedans. In oktober van dat jaar verscheen een lange versie, de XJ 12 L, die op een 10 cm langere wielbasis stond. Als Daimler zijn er 885 wagens verocht. Een benzineslurper met toekomst.
topsnelheid: 235 km/u
aantal cilinders: V12

productiejaren: 1972 -1973

XJ 12 series 2


In september 1973 kwam de tweede generatie van de XJ 12 serie al uit. De kinderziekten van de eerste wagens waren nu te boven gekomen. Om het veschil tussen de 6 en V12 duidelijker t maken, was de V12 met het korte 276 cm chassis van de zescilinder uit het programma genomen, zodat alle 12 cilinders nu een wielbasis van 286 hadden. Vanaf 1975 komt er en injectiesysteem en in dat jaar komt er ook een nieuwe naam: XJ 5.3. Het feit dat de schitterende sedan 1:4 liep, schrok sommige potëntiele kopers wel af.
topsnelheid: 240 km/u
aantal cilinders: V12

productiejaren: 1973 -1979

XJ 6c & XJ 12c


Al wat langer geliefd en daardoor aanmerkelijk duurder zijn de coupé-modellen van de tweede XJ serie. Ook hiervan zijn de goede exemplaren moeilijk te vinden, vanwege de geringe productie en door de roestgevoeligheid. Restaureren van een dergelijke sportieve Jaguar is erg prijzig en vaak brengt het niet meer op. Daarom is de aanschaf van een zo goed mogeijk exemplaar aan te bevelen. Het zwarte vinyl dak is overgens kenmerkend. We voorzien dat deze auto's in de toekomst aanzienlijk in prijs zullen stijgen.
topsnelheid: 195 -235 km/u
aantal cilinders: 6 & V12

productiejaren: 1975 -1978

XK 120



Eén van de mooiste Jaguars, wellicht één van de mooiste sportwagens, is wel de XK 120. Dé sensastie van de London Motor Show van 1948. De prachtige tweezitter had toen nog een aluminium carrosserie en onder de kap zat de beroemde XK -motor, de voorganger van de Jaguar-motor van vandaag. Er kwam ook een comfortabele drophead coupé uit in 1953. Momenteel zijn deze sportieve jags vrijwel altijd gerestaureerd. De aluminium eerstelingen kosten het dubbele, maar daarvan zijn er maar 240 gebouwd. De aanduiding '120' slaat op de topsnelheid in mijlen.
topsnelheid: 200 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1948 -1954

XK 120 coupé


Twee jaar na de introductie van de open XK 120 kwam de fabriek met een gesloten uitvoering op de markt. De 'Fixed-Head-Coupé' zoals de wagen genoemd werd, had een klein bankje achterin waarop, indien werkelijk noodzakelijk, twee kleine kinderen konden zitten. De wagen had natuurlijk een betere verwarming dan de open versie en ook het uitzicht naar achteren was beter dan in een cabriolet met de kap op. Deze coupé wordt tegenwoordig hoger gewaardeerd dan zijn opvolgers 140 en 150. Een XK 120 wordt graag en frequent gerestaureerd.
topsnelheid: 200 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1951 -1954

XK 140


Men moet op de zwaardere bumpers en de grille met minder spijltjes letten om een XK 140 van zijn voorganger te kunnen onderscheiden. Aan de achterkant valt het Le Mans-logo op de koffer op (als het erop zit). De 3.4 liter motor had iets meer paarden gekragen en de viervesnellingsbak kon nu met een oerdrive geleverd worden. Ook bij de XK 140 was er een opgevoerde versie die speciaal voor de racerij bedoeld was.
topsnelheid: 195 -205 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1954 -1957

XK 140 coupé


Ook van de Xk 140 kwam er een gesloten uitvoering en wel in oktober 1954. De wagen leek sprekend op de XK 120 maar had natuurlijk ook de zwaardere bumpers en een andere grille. De auto kon met twee motorvarianten besteld worden en vanaf oktober 1956 ook met ee automatische versnellingsbak, iets wat bij de XK 120 niet mogelijk geweest was. Liefhebbers vonden dat Jaguar da lijnen verknald had door het langere dak.
topsnelheid: 195 -205 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1954 -1957

XK 150 & XK 150 S


Hoewel een reusachtige brand in 1957 een groot gedeelte van de Jaguar-farbrieken vernietigde, lukte het toch een opvolger voor de XK 140 op zijn wielen te zette. De XK 150 was dan wel 10 mijlen per uur sneller dan de XK 140, maar hij was er niet mooier op geworden. De voorruit bestond nu uit één stuk glas, maar de typische XK -spatborden waren nu verdwenen. Wat rij-eigenschappen en comfort betreft, wint de XK 150 het wellicht van zijn voorgangers. De S-versie is zeldzaam en kost dus meer. Van die S-versie zijn er 924 roadsters geleverd en 140 cabriolets.
topsnelheid: 200 -230 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1957 -1961

XK 150 coupé


In mei 1957 kwam de coupé-uitvoein van de XK 150 uit. De wagen head de 'gewone' 3.4 liter motor. In oktober 1959 kwam er een 3.8 liter motor bij maar daarvoor, vanaf februari 1959, kon de klant de 3.4 liter S-motor laten inbouwen. De snelste uitvoering was natuurlijk de 3.8S die in oktober 1959 op de London Motor Show stond. Er zijn 249 S- versies geproduceerd.
topsnelheid: 200 -230 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1957 -1961

C - type


De wedstrijduitvoering van de XK 120 was de XK-C ofwel C - type. De 3.4 liter motor had onderandere een speciaal geprepareerde cilinderkop en ook het chassis was niet met dat van de XK 120 te vergelijken. Het bestond uit dunne stalen buizen die de chauffeur als een kooi omsloten. Het gehele front van de wagen was motorkap wat het werken aan de motor vergemakkelijkte. De C - type is een van de mooiste wagens die Jaguar ooit gebouwd heeft, wat wel de reden moet zijn dat het aantal replica's ontstellend groot is.
topsnelheid: 230 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1951 -1954

XK - SS



Het neusje an de Jaguar-zalm is zeker de XK- SS, een racewagen die voor de weg was geprepareerd door eenvoudig weg de resterende D - type body's aan te kleden. Hij stond ook op het buizenchassis van de beroemde D - type racer en had ook de remmen en de bak van die wagen. Wie een dergelijke wagen tegenkomt, heeft grote kans dat het een replica is. En als dat niet het geval is, kan het nog een omgebouwde D -type zijn. Een prijsaanduiding heeft in geval van een SS weinig zin, aangezien ze nooit verhandeld worden.

topsnelheid: 275 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaar: 1957

E - type, 3.8 liter series 1


Een handvol journalisten een paar genodigde gasten stonden in 1961 op het salon van Genève rond een enorme houten kist op de Jaguar-stand. Applaus toen die open gemaakt werd, want wat daar stond gold al bij voorbaat als de ster van de show. De carrosserie was ontworpen door William Lyons en Malcolm Sayer en de wagen was als coupé en als cabriolet te koop. Jarenlang is de wagen verguisd door klassiekerliefhebbers, maar gelukkig heeft de E - type inmiddels de eer gekregen die hem toekomt.
topsnelheid: 240 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1961 -1964

E - type 4.2 liter series 1 & 1,5


Zoals men had kunnen verwachten , werd de E - type een groot succes. In ieder opzicht kon men de wagen vergelijken met een Ferrari, een Masserati of een Aston Martin, behalve wat prijs betreft: die lag beduidend lager. Natuurlijk werd de wagen steeds verder verbeterd. Zo verdween de Moss-versnellingsbak om vervangen te worden door een beter exemplaar van eigen constructie en werd een 4.2 liter motor ingebouwd. In 1966 verscheen een 2+2 versie en in 1967sprak men van de E -types series 1,5.
topsnelheid: 240 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1964 -1968

E - type series 2


Tussen 1968 en 1971 verscheen de E - type als series II. Hij verschilde in kleine details van de voorganger, maar was speciaal voor de amerikaanse markt aangepast. Zo verdween de mooie kiepschakelaars om plaats te maken voor een veiligere uitvoering. Onder de motorkap stond nu een schonere motor die nog maar twee carburateurs had en dus ook niet meer veel vermogen leverde. Wie een Series II wil kopen, dient zich te vergewissen of het een Europese of een Amerikaanse uitvoering is. Die laatste is minder waard.
topsnelheid: 240 km/u
aantal cilinders: 6

productiejaren: 1968 -1971

E - type series 3 V12


De Jaguar E - type trad, vrijwel precies tien jaren na zijn introductie, in 1971 aan voor zijn laatste ronde. En weer zorgde de wagen voor grote koppen in de tijdschriften, want onder zijn lange motorkap stond nu een vrijwel rgeruisloos werkende V12-motor. Een motorconstructie die de autowereld al lang niet meer in serievervaardiging kende. De tweezitter bestond nu niet meer en de roadster stond nu op de lange wielbasis van de 2+2. De laatste 50 stuks zijn in het zwart geleverd en onder de liefhebbers gezocht. Tachtig procent van de productie ging naar de VS.
topsnelheid: 240 km/u
aantal cilinders: V12

productiejaren: 1971 -1975


XJ - S 5.3



De XJ - S mag niet gezien worden als een opvolger voor de Jaguar E - type. Het was meer een sportieve 2+2 zoals de Karmann Ghia van Volkswagen die trend inzette. De wagen kon aanvankelijk uitsluitend met de V12 motor geleverd worden, wat hem natuurlijk wel exclusief maakte. In september 1975 werd de auto in Londen voorgesteld. Hoewel de XJ-S ook met een handgeschakelde 4-bak besteld kon worden, gaven de meeste kopers de voorkeur aan een automaat van Borg-Warner. In de jaren tachtig kwam er een cabriolet uit.
topsnelheid: 240 km/u
aantal cilinders: V12

productiejaren: 1975 -1993